Vijf misverstanden over passend onderwijs - en hoe het echt zit

1. ‘Een leerplichtontheffing is nodig om zorg te regelen’

Dit is niet juist. Sterker nog, het is van belang dat we jeugdzorg en onderwijs hand in hand organiseren. Daarvoor zijn geen wettelijke belemmeringen!

2. ‘Voor passend onderwijs is geen diagnose nodig’

Een leerling heeft inderdaad geen diagnose nodig om recht te hebben op passend onderwijs. Voor de juiste invulling van het passend onderwijs is goede diagnostiek (even los van een formele diagnose) wel van belang, zodat de juiste ondersteuning ingezet kan worden waarbij goed gekeken wordt naar kwetsbaarheden in de ontwikkeling.

Bij een aanpak die geen rekening houdt met het autisme, is het risico op negatieve effecten heel groot. 

3. ‘De gemeente kan geen ondersteuning van leerlingen tijdens schooltijd bieden’

Gemeenten hebben baat bij het combineren van jeugdhulp/zorg en onderwijsondersteuning. Als een leerling uitvalt van school draait de gemeente immers op voor een groot deel van kosten (zie mBC Levensbrede aanpak bij autisme).

Zorgkosten kunnen worden verlaagd als onderwijs de zorg ondersteunt: onderwijs is de meest toekomstgerichte dagbesteding die een kind kan krijgen. Samenwerking tussen gemeenten en scholen om te komen tot (gezamenlijke financiering van) een levensbrede aanpak is in ieders belang.  

4. ‘Autisme is een beperking’

Autisme definiëren als een beperking doet de leerling tekort. Kinderen met autisme ontwikkelen zich op een specifieke manier. Als een kind iets niet kan, is het belangrijk om ervan uit te gaan dat hij of zij het nog niet kan. 

Op school kan dat betekenen dat een leerling vastloopt als hij zich moet aanpassen aan het standaard programma, terwijl hij of zij makkelijk door zou stromen met bijvoorbeeld een andere volgorde van leren, andere manier van instructie en andere manier van naar (ontwikkel)resultaten kijken. 

5. ‘Als een kind is opgenomen in een zorginstelling kan hij/zij niet meer naar school’

Hiervoor zijn wel mogelijkheden. Bijvoorbeeld een combinatie van leertijdontheffing en onderwijs op een andere locatie, zoals een zorginstelling. In veel instellingen zijn nevenvestigingen van (V)SO scholen. Als dat er nog niet is, kan de school met de inspectie overleggen welke mogelijkheden er zijn.