Praten met je puberende kind

Ik twijfel soms wat te maken heeft met autisme, wat met zijn intelligentieniveau, en wat met zijn leeftijd

In gesprek met je puberende kind

Pubers voelen haarfijn aan wanneer je iets anders zegt dan je bedoelt. Voor veel pubers met autisme geldt dat nog sterker. Je kind kan dan bijvoorbeeld erg stug reageren, of helemaal niet. 

Hieronder staan adviezen om een gesprek te voeren met een puber met autisme. Het zijn algemene adviezen die geschikt zijn voor veel kinderen, maar niet voor iedereen. Blijf daarom altijd goed kijken wat jouw kind nodig heeft. 

Praten over mogelijke problemen

Praten is contact maken, en niet je zin proberen te krijgen. Als je echt contact maakt, kan zelfs de meest zwijgzame puber gaan praten.

1. Toon oprechte belangstelling

'Mijn ouders luisteren nooit naar me,' zeggen pubers vaak. Soms bedoelen ze dat ze hun zin niet krijgen. Maar meestal hebben ze gelijk. Ouders hebben vaak zo veel aan hun hoofd, dat het moeilijk is om onbevangen te luisteren. Als je een goed gesprek wilt,  zorg dan dat je rustig bent en de tijd neemt. Alleen dan kun je zonder oordelen en vooroordelen naar je kind luisteren.

Ga ervan uit dat je puber het meest deskundig is over zichzelf. En niet jij als ouder. Wacht met het geven van je eigen mening en geef hem de tijd zijn verhaal te doen, zonder dat je steeds inbreekt.

2. Stel neutrale vragen

Neutraal klinkt misschien koud of afstandelijk, maar dat is niet de bedoeling. De kunst is om vragen te stellen die je kind stimuleren om verder te vertellen. Daarbij kun je best wat suggesties doen in een vragende vorm. Is het dit? Of is het dat? Voorkom dat je het voor je puber invult. Als je gaat zeggen wat hij  voelt, denkt en mankeert, is de kans groot dat hij zich voor je afsluit. 

3. Maak van een gesprek geen verhoor

Stel niet te veel vragen achter elkaar. Dat ervaren pubers vaak als een verhoor. Je kunt beter bevestigend hummen en hoe-vragen stellen. Een vraag als 'hoe was dat voor jou?' klinkt voor veel ouders gekunsteld, maar kan wel verrassende antwoorden opleveren.

4. Zorg dat je puber zich veilig voelt

Soms krijg je dingen te horen die je niet zo leuk vindt. Natuurlijk is het onmogelijk om blanco te blijven bij alles wat je hoort. Zeker als het om gevoelige onderwerpen gaat. Stel je bescheiden op. Gesprekken over pijnlijke onderwerpen lopen vaak stroef omdat je puber zich afvraagt wat je van hem zult vinden als je het hele verhaal hebt gehoord. Hoe neutraler je reageert, hoe veiliger hij zich voelt. Kom niet direct met adviezen en oplossingen. Dat kan later altijd nog.

5. Durf emotioneel te zijn

Als je luistert naar je kind terwijl je een probleem bespreekt, kan het zijn dat je met je eigen angsten geconfronteerd wordt. Je bent bijvoorbeeld bang dat je kind iets overkomt of dat hij zijn toekomst verknalt. Vraag je op een rustig moment af wat je echt belangrijk vindt. Benoem dat heel concreet en maak duidelijk wat je gevoelens daarover zijn.

Veel pubers voelen meer contact als ouders hun gevoelens delen, dan wanneer ze hun rationele argumenten geven. 

6. Maak gebruik van zijn oplossend vermogen

Wat ouders 'afspraken' noemen, zijn vaak opgelegde regels. Vragen of je kind het ergens mee eens is, is nog geen gezamenlijke afspraak. Misschien zegt je kind dan 'ja' om van het gezeur af te zijn, en doet vervolgens waar hij zelf zin in heeft. Als je over een probleem wilt praten en aangeeft wat jij belangrijk vindt, moet je daarna aandachtig luisteren naar je kind. Je kunt hem vervolgens aanspreken op zijn vermogen om het probleem zelf op te lossen. 'Wat ga jij hieraan doen? En wat zou je willen dat wij doen?' Dat vergroot de kans dat hij met een voorstel komt dat zinnig is.

7. Verwacht niet dat je kind alles vertelt

Accepteer dat je kind niet alles met je wil bespreken, dat hoort erbij. Je bent z'n ouder, geen vriend of vriendin. Afstand is belangrijk voor een puber die zijn eigen identiteit moet opbouwen. Intimiteiten delen doe je met leeftijdgenoten. Dat geldt voor pubers én voor ouders.

8 . Uit je waardering

Een puber overmatig prijzen, heeft geen enkel effect. Dat is ongeloofwaardig. Zeg liever heel concreet wat je ziet en wat je daar goed of bijzonder aan vindt. 'Wat heb je dat goed gezegd.' Of: 'Wat lief dat je met je vriendin mee naar huis reed. Dat zal haar gesteund hebben.' Dat maakt duidelijk dat je hem echt ziet en waardeert.

9. Praat terwijl je iets doet

Vooral jongens vinden het vaak geweldig als ze hun mening mogen geven over technische aangelegenheden. Van samen iets doen - een klerenkast uitmesten, foto's op een website zetten - genieten veel kinderen ook. Dat schept een band en nodigt uit tot contact.

10. Wees betrouwbaar

Betrouwbaar zijn is iets anders dan consequent zijn. Consequent zijn betekent dat je de regels altijd naleeft. Dat lukt niemand. Geef jezelf lucht en doe ook je puber een lol. Als je moe bent of een keer geen zin hebt, moet je kunnen zeggen: die afwas komt morgen wel weer. Betrouwbaarheid gaat dieper; daarmee laat je weten dat je kind te allen tijde bij je terecht kan. Ook als je zijn gedrag afkeurt.

11. Vergeet niet te lachen

Communiceren met pubers gebeurt vaak serieus, op het randje van stress en strijd. Ouders en pubers mogen elkaar best plagen met minder gezellige gewoontes en eigenschappen. Pubers kunnen dat heel goed hebben, vooral jongens. Humor en een beetje provoceren halen de scherpe kantjes eraf.

Bron: j/m geweldloos communiceren: tips voor een goed gesprek

​Ik heb veel gehad aan het contact met ouders van pubers zonder autisme. Daardoor zag ik dat mijn zoon ook veel normaal pubergedrag had, en niet alles per se aan zijn autisme lag.