Alle seinen staan op groen

Vanaf het begin van de pilot is onderzoeksbureau MAD impact betrokken bij de ontwikkeling van levensloopbegeleiding VAB. MAD impact doet onderzoek naar de ervaringen van deelnemers, hun naasten en de levensloopbegeleiders. Zo vergaren ze informatie over wat goede levensloopbegeleiding inhoudt. We gingen in gesprek met onderzoeker en directeur Arne van Huis over zijn ervaringen. 

Onlangs publiceerde MAD impact in twee rapporten de resultaten van het onderzoek. Arne is meer dan tevreden met de uitkomsten: “Ik ben onder de indruk van de effecten die we hebben gemeten. We zien de verwachte effecten terug in de resultaten. Alle seinen staan op groen voor het opschalen van levensloopbegeleiding VAB want het werkt en is bovendien erg rendabel.”

Onderzoekspilot

Aan het begin van de pilot waren veel vragen nog onbeantwoord. Zo was het duidelijk dat het bestaande zorgaanbod voor veel mensen met autisme niet passend was, maar wat veroorzaakte precies die mismatch? En welk financieringsmodel zou het beste passen bij de flexibele inzet van de levensloopbegeleiders? “Het was meteen al duidelijk dat het een onderzoekspilot zou worden,” zegt Arne. “Aan de hand van interviews, enquêtes en opnames van intervisies hebben we de ideeën van Vanuit autisme bekeken getoetst, en nieuwe inzichten opgedaan. Zo zijn we samen met Vanuit autisme bekeken gaan onderzoeken hoe levensloopbegeleiding praktisch vorm kon krijgen.”

MAD impact volgt vijftien kerndeelnemers intensief en stuurt regelmatig enquêtes naar alle deelnemers van de pilot. Het valt Arne op dat iedereen graag meewerkt aan het onderzoek: “De noodzaak van het onderzoek leeft heel erg bij alle betrokkenen. De deelnemers die we van nabij volgen zijn ontzettend open. Ze leggen hun ziel en zaligheid bloot ten behoeve van de pilot. Daar ben ik ze heel dankbaar voor.”

Afbeelding
Sfeerbeeld bij artikel onderzoek MAD-Impact

 

Persoonlijke verhalen

Deze persoonlijke verhalen vormen de ruggengraat van het onderzoek. Op basis van deze verhalen heeft MAD impact ook de maatschappelijke kosten en baten van levensloopbegeleiding VAB onder de loep gelegd. Arne vertelt: “Deze groep hebben we anderhalf jaar lang heel intensief gevolgd. Toen het nog kon gingen we bij deze deelnemers thuis op bezoek. We hebben ze drie keer geïnterviewd, en ook hun naasten en de levensloopbegeleiders gesproken. Dat was heel interessant, je raakt echt betrokken bij de problematiek van de deelnemer. Je kon meteen al zien dat mensen soms echt in de knoop zaten, dat er echt iets nodig was. Ik was vaak best aangedaan na een interview.”

Patroon

In de rapportage Levensloopbegeleiding VAB werkt! brengt MAD impact de verhalen van de kerndeelnemers en de resultaten van de enquêtes bij elkaar. Arne: “Door de enquêtes achter de verhalen te leggen, hebben we het patroon dat we al zagen bij de kerndeelnemers ook in de rest van de pilotgroep kunnen vaststellen. Wat in de individuele verhalen naar voren kwam, is ook bij de andere deelnemers te zien.”

Ga naar de onderzoeksresultaten

Uitdagingen

Een van de grootste uitdagingen voor MAD impact was de dynamiek van de pilot. “Als onderzoeker wil je eigenlijk dat alles van tevoren vaststaat,” vertelt Arne. “In de pilot kon alles nog verschuiven. Zo is bijvoorbeeld het financieringsmodel later aangepast om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de flexibele inzet die vanuit de leefwereld wenselijk is. Wat ik ook spannend vind, is dat levensloopbegeleiders kunnen uitvallen. Normaal zou je als onderzoeker die deelnemer dan laten vallen, maar in dit geval gaan we verder met een nieuwe levensloopbegeleider die de deelnemer mag kiezen. Dan beginnen we eigenlijk weer vanaf het begin. Die wisselingen gaan we in het vervolg ook verder onderzoeken.”

Vervolg

De pilot levensloopbegeleiding VAB en het onderzoek lopen nu twee jaar. Ook de komende twee jaar blijft MAD impact betrokken bij de pilot. Arne: “We blijven de huidige kerndeelnemers volgen, maar gaan ook een paar andere groepen nader beschouwen. Zo gaan we kijken naar de deelnemers die gewisseld zijn van levensloopbegeleider, en de groep die een naaste heeft als levensloopbegeleider. Werkt dat anders of juist hetzelfde? Ik kijk nu al uit naar de tweede helft van het onderzoek!”