Themabijeenkomst hooggevoeligheid en autisme met Hans Lemmens

Regelmatig organiseert Vanuit autisme bekeken themabijeenkomsten voor de deelnemers, hun naasten en hun levensloopbegeleiders binnen de pilot Levensloopbegeleiding. De bijeenkomst van mei had als thema ‘hooggevoeligheid en autisme’. De spreker, Hans Lemmens, is zelf hoogsensitief en deed ervaringen op met autistische kinderen binnen de ggz en als groepsleider. Hij schreef het boek Het elastiek tussen lichaam en ziel, over het grijze gebied tussen hooggevoeligheid en autisme.

Afbeelding
Hans Lemmens
Hans Lemmens 

 

Autisme en communicatie

Hans had het beeld dat mensen met autisme zich afsluiten voor contact. Toen hij in aanraking kwam met autistische mensen op zijn werk, stelde hij dat beeld al snel bij. Hans zag een jongetje dat op en neer sprong. Hij kwam steeds dichterbij. Op het moment dat Hans oogcontact probeerde te maken, ging hij verder weg. Zo kwam hij erachter dat ruimte een belangrijke taal is voor kinderen met autisme. Hij merkte dat als je zelf toenadering zoekt, het kind kan verstrakken. Maar als je ruimte geeft, komt het kind zelf dichterbij.

Het jongetje had niet de mogelijkheid om verbaal te communiceren, dus deed hij dit met zijn energie, volgens Hans. Je kunt het niet meten, maar wel voelen met je lichaam. Hij ziet daarin een overeenkomst tussen hooggevoelige en autistische mensen: ze communiceren op het energetische niveau.

Incarnatie

Volgens Hans is autisme een extreme vorm van verhoogde gevoeligheid. Als de doorsnee mens in het midden zou staan, dan heb je aan de rechterkant de mens waarbij lichaam en ziel stevig met elkaar verbonden (geïncarneerd) zijn. Helemaal links heb je de autistische mens, daarnaast heb je de hooggevoelige mens en de gevoelige mens.

Incarnatie zegt alles over hoe je verbonden bent met je lichaam. Een autistisch mens is zeer licht geïncarneerd. Een voorbeeld van lichte incarnatie: je zit achter de computer en een spel vraagt al je aandacht. Als je naar jezelf zou kijken, zie je dat je hielen van de grond lichten, en dat je sneller gaat ademen. Je hoofd zit meer in de computer dan in je lichaam. Er is nog maar weinig verbinding met je lichaam.

Een voorbeeld van stevige incarnatie is: je laat warm water in het bad lopen, je kijkt een beetje dromerig naar de dampen die over het water strijken en je merkt dat je ademhaling dieper wordt. Nu ben je goed met je lichaam verbonden. Stress, angst, denken en paniek verbinden ons minder met het lichaam. Ontspannen, genieten, bewegen, een aanraking die aangenaam is, verbinden ons meer met het lichaam.

Wat zijn de gevolgen van lichte incarnatie?

Autisme wordt gezien als een aanleg voor lichte incarnatie. De gevolgen daarvan zijn:

- Het lichaam wordt aan zichzelf overgelaten. Het kind kan hierdoor onhandiger zijn qua motoriek en in sport.

- Er is weinig gevoel voor tijd en ruimte. Plannen kan hierdoor moeilijk zijn.

- Er is vaak sprake van een verhoogde gevoeligheid voor de omgeving, en een verminderde gevoeligheid voor het lichaam.

Door dat laatste punt komt directe communicatie (zoals het kind aankijken) te hard binnen bij een autistisch persoon. Om contact te maken is het hierdoor belangrijk dat je veiligheid uitstraalt. Het kind voelt zo dat hij controle heeft en durft dichterbij te komen.

Het elastiek tussen lichaam en ziel

De ziel kun je waarnemen door te kijken waar de aandacht naartoe gaat. Als de ziel los zit van het lichaam, raakt het elastiek tussen lichaam en ziel uitgerekt. Maar dit kan gelukkig ook weer terugschieten, zodat je weer geïncarneerd raakt.

Bij de gevoelige mens is de ziel een beetje losgekomen van het lichaam, bij de hooggevoelige mens zit de ziel nog een stukje losser, en autisme is daar een extreme vorm van. De autistische mens zit zo in z’n omgeving dat hij zichzelf kwijt kan raken. Die gaat op in zijn omgeving en kan het lichaam niet meer vinden. Dit brengt een enorme prikkelgevoeligheid met zich mee, omdat alles ongefilterd binnenkomt. Daarom lijkt het vaak alsof autistische kinderen zich afsluiten. Ze moeten wel, om die gevoeligheid te controleren.

Autistische en hooggevoelige mensen zijn meer gericht op hun omgeving. Dat staat in verband met de mate van veiligheid die je ervaart. Autisme zou je volgens Hans ook kunnen beschrijven als een chronisch gevoel van onveiligheid. Hier zit ook het grijze gebied tussen hooggevoeligheid en autisme. Soms zijn ze moeilijk van elkaar te onderscheiden. Onder grote spanning lijkt het meer op autisme, bij ontspanning gaat het meer richting hooggevoeligheid.

Hoe ga je ermee om?

Je bent hooggevoelig en/of autistisch. Wat doe je daar dan mee? Ben je dan slachtoffer van een wereld die zo prikkelrijk is geworden? “Nee”, zegt Hans. Je moet niet blijven steken in: “o, ik voel me zo overprikkeld.” Je moet eerder denken: wat heb ik de maatschappij te bieden? Je moet zelf een weg zien te vinden in de wereld. Bedenken wat je werkelijk wil en wat je daarmee kan. Dit vraagt moed, want de maatschappij is niet altijd klaar voor andere impulsen en onconventionele denkwijzen.

De maatschappij is namelijk steeds sneller en veeleisender geworden in de loop der jaren. Mensen met autisme zou je hierin kunnen zien als voorlopers. Zij gaan voorop in een nieuwe tendens richting meer individualisme, creativiteit en sensitiviteit. Uiteindelijk gaan daar volgens Hans de oplossingen uit komen voor de problemen waar we nu tegenaan lopen in onze maatschappij.