'Anders' zijn

Autisme wordt vaak geassocieerd met ‘anders’ zijn. Dat geeft altijd wat kortsluiting in mijn hoofd. Het suggereert dat er ook ‘normale’ mensen zijn. Wie zijn dat dan? Mensen zonder autisme? Wat maakt dat, om het persoonlijk te maken, ik normaal zou zijn en mijn partner en mijn collega’s met autisme niet?

SfeerplaatWoorden als normaal en afwijkend zeggen veel over onze cultuur, waarin het voldoen aan normen vanzelfsprekend is. Bijna onbewust leidt dit tot hokjes-denken. Mensen die niet aan de gangbare normen voldoen, komen in een ander hokje. Als er ook nog een label aan je hokje hangt – bijvoorbeeld autisme – wordt ook al snel voor je ingevuld hoe je bent en wat je dus nodig hebt. ‘Tim heeft autisme; dus Tim heeft structuur en een rustige werkplek nodig’. Het probleem met hokjes is dat ze grofmazig en clichématig zijn. Ze ontnemen het zicht op volheid en genuanceerdheid van de werkelijkheid. Van een individu.

Natuurlijk zijn er overeenkomsten tussen mensen met autisme –anders zou er geen diagnose gegeven kunnen worden. Hoewel daar nog wel veel over te zeggen valt – dat is voor een volgende keer. Maar die overeenkomsten betekenen niet dat je mensen kunt reduceren tot een paar kenmerken. Tegenwoordig wordt gelukkig steeds beter onderkend dat mensen met autisme onderling flink van elkaar verschillen. Waardoor hopelijk steeds vaker gevráágd zal worden: ‘Tim, zou een rustige werkplek jou helpen?’. Of liever nog: ‘Tim, wat helpt jou?’.

Maar wat we nog te vaak vergeten, is dat ook mensen zónder autisme in wezen erg van elkaar verschillen. Alleen worden die verschillen in onze cultuur systematisch weggewerkt. Doordat iedereen aan dezelfde normen moet voldoen, op school, op werk en in het hele leven. De samenleving is ingericht op gemiddelden en in een normatieve cultuur zoals in Nederland is het maken van eenheidsworst van mensen zowat geïnstitutionaliseerd. En zo kan het idee ontstaan dat er normale en afwijkende mensen zijn.

Hoe zinvol is die scheidslijn tussen ‘met en zonder’ autisme? Ja, in een samenleving die helemaal is ingericht op een normale ontwikkeling, normale sociale omgang en normale alles, kan een label nodig zijn om af te ‘mogen’ wijken van de norm. Maar hoe wenselijk is zo’n samenleving? Is een samenleving die uitgaat van verschillen tussen iedereen niet veel prettiger? Waar alle mensen tot hun recht kunnen komen. Waar een diagnose mensen kan helpen om meer inzicht in zichzelf te krijgen, maar niet nodig is als legitimatie om jezelf te kunnen zijn. Waar iedereen zich verzet tegen de normalisering van al die prachtige diversiteit.

Over Ingrid Claassen

Ingrid Claassen houdt zich bezig met diversiteit in de samenleving. Hoe zorg je dat iedereen gehoord wordt en genoeg ruimte heeft om zichzelf te zijn? Hoe beïnvloedt het ‘labelen’ van mensen hun eigen belevingswereld en de blik van mensen om hen heen? Zij is als adviseur verbonden aan Vanuit autisme bekeken en het ministerie van VWS.