Levensloopbegeleiding VAB voor mensen met autisme

De kans dat je kinderen en volwassenen met autisme in je praktijk hebt, is groot. Je bent je hier misschien niet altijd van bewust en dat is niet vreemd. Autisme heeft zo veel uitingsvormen dat het niet makkelijk te herkennen is.
Iemand met autisme komt meestal met een niet-specifieke hulpvraag in de praktijk. Het filmpje: Hoe help je iemand met autisme? laat zien hoe je die hulpvraag samen specifieker kunt maken.
Het veranderen van de vertrouwde routines of omgeving kan het functioneren van iemand met autisme erg verstoren. Vaak is niet direct duidelijk dat veranderingen zo veel invloed hebben. Het kan namelijk ook om kleinere veranderingen gaan, zoals een afwijkende route naar school vanwege een omleiding, een kinderfeestje in plaats van een vrije woensdagmiddag of een uitje van het werk i.p.v. gewone werkdag. Veel mensen met autisme kunnen lang camoufleren dat er iets niet goed gaat.
Wennen aan een nieuwe situatie is ook voor mensen zonder autisme soms best lastig, op welke leeftijd dan ook. Het verschil is dat kinderen, jongeren en volwassenen met autisme vaak veel langer moeten wennen dan hun leeftijdsgenoten en soms zo van slag raken dat ze niet meer goed functioneren of vastlopen.
Voorbeelden van veranderingen die bij autisme extra ingrijpend kunnen zijn:
Het krijgen van de diagnose kan mensen helpen om meer inzicht te krijgen in zichzelf en de relatie met hun omgeving. Bijvoorbeeld inzicht in hun sociale behoeften en ontwikkeling, of inzicht in hun gevoeligheid voor prikkels.
Daarbij is wel belangrijk te weten dat er verschillende theorieën over autisme zijn. In de hulpverlening heerst vaak nog het idee dat autisme een onveranderlijke stoornis in de hersenen is. Autisme is echter een gedragsdiagnose, en dat gedrag kan verschillende oorzaken hebben. Je kunt samen met de persoon exploreren welke oorzaak van het gedrag voor hem of haar herkenbaar is. Veel mensen herkennen zich bijvoorbeeld in autisme als ontwikkeling in eigen tempo en volgorde, terwijl daar nog weinig aandacht voor is in de hulpverlening.
'Autistisch gedrag' kan ook samenhangen met bijvoorbeeld een trauma op jonge leeftijd of als reactie op een medisch probleem.
Het komt regelmatig voor dat ouders aandringen op autisme-diagnostiek omdat de school daarom vraagt. Met het label autisme is immers meer financiering mogelijk voor begeleiding op school en tellen de prestaties van het kind niet meer mee in het gemiddelde van de school.
Probeer altijd goed af te wegen of het kind geholpen is met autisme-diagnostiek. Juiste diagnostiek kan helpen om meer inzicht te krijgen en het kind beter te begeleiden. Tegelijkertijd is autisme nog altijd een stempel dat negatieve gevolgen kan hebben in de samenleving. Mogelijk is het voldoende om met het kind en de ouders te exploreren wat er precies aan de hand is en wat het kind nodig heeft, zonder dat het stempel autisme daarbij komt. Kennis over ontwikkeling in eigen tempo en volgorde kan hierbij veel inzicht geven.