Autisme en stemmen

Stemhokjes, stembureauleden en het stembiljet: kun jij ermee overweg? Aandacht voor verkiezingen is hard nodig. Want verkiezingen gaan ook over zorg en inclusiviteit, over ondersteuning om naar vermogen mee te kunnen doen.

Dat maakt het extra belangrijk dat iedereen die stemrecht heeft en ondersteuning nodig heeft, ook daadwerkelijk zijn stem kan uitbrengen.

Om te kunnen stemmen moet je:

  • Je stem bepalen: een keuze maken uit partijen en/of personen
  • Gaan stemmen: op de juiste dag, naar het juiste stemlokaal gaan en het juiste vakje inkleuren
  • Je stem accepteren: ook achteraf de politiek van de door jou gekozen partij accepteren.

Je stem bepalen

De informatie op basis waarvan je een keuze moet maken is groot en onoverzichtelijk. Er zijn meerdere levensgebieden waarover een politieke partij iets te zeggen heeft. Zoals over je school, je werk, je woning, de zorgkosten en je inkomen. Maar ook over de sport en wat er op televisie komt hebben politieke partijen een mening. Bij al die meningen hoort ook nog eens een al of niet goed uitgewerkt plan. En bij elk plan hoort een al of niet goed doorgerekend financieel verslag van de gevolgen van dat plan.

De aangeboden informatie is niet alleen groot in hoeveelheid, soms is deze onvolledig, omdat er bijvoorbeeld geen goed plan bij zit of het plan niet is doorgerekend. En soms klopt de informatie gewoon niet, omdat de ene mening niet past bij een andere mening van dezelfde partij. Het aanbod sluit dan niet aan bij de verwerkingsmogelijkheden van jou als kiezer. Hoe kun je dan kiezen?

Je kunt een keuze forceren. Je maakt dan toch een keuze, terwijl je niet alles hebt gelezen, niet alles snapt of het niet met alles eens bent. De Stemwijzer of het Kieskompas kan je daarbij helpen. Je beantwoordt een aantal vragen en een computerprogramma bepaalt welke partij het beste past bij jouw antwoorden. Je stem zo bepalen is wel een beetje een gokje. Dat kun je zelf nagaan door meerdere stemadvies programma’s in te vullen. Soms krijg je namelijk verschillende uitkomsten. Dit moet je kunnen accepteren om het stemadvies van een hulpprogramma te kunnen gebruiken.

Je keuze wordt ook makkelijker wanneer je niet alle standpunten van alle partijen uitpluist. Kies een voor jou belangrijk onderwerp en vergelijk de standpunten van een of meerdere partijen over dat standpunt met elkaar. 

Ook hoef je niet altijd op een partij te stemmen, je kunt ook om jouw eigen reden op een bepaalde persoon stemmen. Bijvoorbeeld omdat die persoon even oud is als jij, of omdat die persoon uit hetzelfde dorp komt als jij.

Gaan stemmen

Het gaan stemmen is qua planning en uitvoering te vergelijken met een bezoek aan de tandarts, of een andere gebeurtenis die niet vaak in je leven voorkomt. Een paar tips:

  • Reserveer de activiteit in je agenda (inclusief reistijd).
  • Verzamel vooraf al de benodigde spullen (stempas en een geldig identiteitsbewijs) en leg de spullen op een bepaalde plek klaar.
  • Zoek uit naar welk stemlokaal je kunt gaan en verken de route naar dat stemlokaal alvast, als je dat nodig hebt.
  • Bekijk eventueel een filmpje op YouTube over hoe het in een stemlokaal werkt en wat er daar van je verwacht wordt.
  • Vraag eventueel iemand die je goed kent om met je mee te gaan. Die persoon mag niet met je mee het stemhokje in, daar zul je het zelf moeten doen. Tenzij je naast autisme ook een fysieke of visuele beperking hebt, dan mag dat weer wel.

Gaan stemmen heeft overigens een hele mooie uitvluchtmogelijkheid: je kunt iemand anders machtigen om voor jou te stemmen. Hoe dit moet staat op de stempas, die je thuisgestuurd krijgt.

Je stem accepteren

Wanneer je gestemd hebt op een partij of een persoon van een partij, en die partij komt in de regering (bij landelijke verkiezingen) of in het college (bij gemeentelijke verkiezingen), dan kan het voorkomen dat gedane beloftes worden gebroken. In Nederland bestaat de regering (de minister-president, de ministers en de staatssecretarissen) of het college (burgemeester en wethouders) uit een coalitie. Geen enkele partij is groot genoeg om alleen te regeren of besturen. Men moet afspraken met andere partijen maken: ik gun jou dit, als ik van jou dat krijg. Wat men vooraf zegt kan iets anders zijn, dan wat men erna doet. Dat zul je vooraf al moeten beseffen, wil je je stem kunnen uitbrengen en later je eigen stem kunnen blijven accepteren.

Bovendien heb je niet op een partij gestemd, maar op een persoon van een partij. Je moet er dus op kunnen vertrouwen dat niet alleen de partij, maar ook de persoon op wie jij stemt zich houdt aan het programma van de partij.  Er bestaat altijd een kans dat de politicus op wie jij stemde, uit de partij stapt. Dit risico moet je willen lopen, wanneer je op een persoon van een bepaalde partij stemt. Want hoe bepaal je de betrouwbaarheid van een politicus?