Tips voor professionals in het onderwijs

  • Streef naar een schoolklimaat waarin diversiteit de norm is en waarin het ‘veilig’ is om te zeggen dat je autisme hebt.
  • Neem de tijd om een student met autisme te leren kennen en ga de dialoog aan.
  • Elke student met autisme is anders. Lukt het niet om een probleem op de ‘normale’ manier op te lossen, probeer het dan eens op een andere wijze. Geef niet te snel op. Probeer vooral te achterhalen welk probleem achter het gedrag van de student schuilt.
  • Wees alert tijdens veranderingen, bijvoorbeeld tijdens het begin van een nieuw schooljaar of een stage. Studenten met autisme zijn dan vaak erg kwetsbaar.
  • Gebruik de tijdens de intake verkregen informatie om, samen met de student, een individueel begeleidingsplan op te stellen.
  • Formuleer een helder ondersteuningsbeleid voor studenten met autisme dat bij iedereen op school bekend is. Laat een student niet afhankelijk zijn van de welwillendheid van één docent.
  • Zet relevante informatie over een student –  bijvoorbeeld over zijn leerstijl of eventuele achterstanden – systematisch in een dossier. Zorg dat iedereen die met de student te maken heeft dit kan aanvullen en raadplegen.
  • Organiseer deskundigheidsbevordering voor docenten. Voor het succesvol begeleiden van studenten met autisme is kennis over de aandoening belangrijk. Ook een goede attitude is onontbeerlijk:  open, niet oordelend, geduldig en flexibel.
  • Betrek de ouders van de student bij de begeleiding. Zij zijn de experts van hun kind.
  • Veel studenten met autisme kunnen hulp gebruiken bij het (leren) plannen en organiseren.

[Deze tips zijn gebaseerd op onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van Autisme werkt wel]

Zie ook

ECIO