Levensloopbegeleider Monique geeft rust
Toen Nanny (69) hoorde dat er een pilot levensloopbegeleiding voor mensen met autisme startte, wilde ze meteen meedoen. Ook Monique (48) was meteen enthousiast en gaf zich op als levensloopbegeleider. De twee hadden een klik en nemen nu samen deel aan de pilot Levensloopbegeleiding.
Win-Win
“Het leek me een win-win situatie”, vertelt Nanny. “Ik wil graag iets bijdragen aan de maatschappij, maar ik ben niet zo goed met mensen. Door deel te nemen aan de pilot, draag ik bij aan de onderzoeksresultaten en krijg ik tegelijkertijd begeleiding.” Monique was meteen enthousiast. Ze vertelt: “Ik wist niet zo veel van autisme, maar wel van coaching, dus ik ben heel brutaal gaan informeren of ze toevallig nog levensloopbegeleiders nodig hadden. Dat bleek het geval. Nu wil ik eigenlijk nooit meer iets anders.”
Een match
Monique en Nanny ontmoetten elkaar voor het eerst in een café. “Toen ik hoorde dat een nieuwe deelnemer binnen de pilot kennis met mij wilde maken middels een klikgesprek, heb ik voorgesteld een kopje koffie met elkaar te drinken. Dat leek me een goede start”, vertelt Monique. Binnen de pilot Levensloopbegeleiding staat de leefwereld van de deelnemer centraal. De klik tussen deelnemer en levensloopbegeleider is daarin van groot belang. En het bleek een goede match tussen de twee. “Ik wist meteen dat ik Nanny wilde begeleiden, maar had ook het idee dat ik voorzichtig met haar moest zijn. Na jarenlange hulpverlening was ze best een beetje wantrouwend geworden.” Nanny was ook enthousiast: “Ik had meteen door dat het goed zat. Monique heeft een goed gevoel voor humor. Ze was niet sturend en liet me vrij. In overeenstemming hebben we besloten om iedere woensdag af te spreken.”
Links: levensloopbegeleider Monique. Rechts: deelnemer Nanny
Het gesprek
Tijdens die afspraken hebben ze het over dingen waar Nanny door haar autisme tegenaan loopt. “Monique helpt me niet zozeer concreet, maar ze stelt me in staat om mezelf te helpen. Ik vind het bijvoorbeeld vooral moeilijk om in grotere gezelschappen mee te doen met het gesprek. Het is vaak zo vluchtig en oppervlakkig, dat als ik iets wil inbrengen, er al drie nieuwe onderwerpen zijn gepasseerd. Vaak denk ik dan: Wanneer kan ik nou iets zeggen, wat is het juiste moment?
‘Monique stelt me in staat mezelf te helpen’
Het moeilijk vinden is één ding, maar als ik me er druk over ga maken, wordt het alleen maar lastiger. Monique heeft me geholpen om het makkelijker te vinden om mee te doen aan een gesprek, maar ook om me te realiseren dat als het niet lukt, dat helemaal niet erg is. Ze heeft me daarin rust gegeven.” Ook Monique vindt dat Nanny veranderd is sinds de begeleiding. “Ze zal het zelf niet zo gauw toegeven, maar ze is veel zelfverzekerder geworden en vertrouwt mensen makkelijker. Het helpt ook dat ze nu eindelijk positieve ervaringen heeft met mensen. Als je alleen maar negatieve ervaringen hebt, wordt het steeds lastiger om met mensen om te gaan.” Nanny heeft niet altijd zin om verbeteringen te zien. “Ik ben soms bang dat het achteraf toch niet klopt en dat ik dan weer opnieuw kan beginnen. Het is angst voor geluk en succes. Het duurt lang voor ik zoiets onderken, maar ik heb wel het gevoel dat er door deze begeleiding iets verandert.”
Ontwikkeling
Ook voor Monique zelf is er veel veranderd. Ze vindt de zoektocht naar wat levensloopbegeleiding nou eigenlijk inhoudt interessant. “Het is voor mij de ultieme kans om mijn professionele skills verder te ontwikkelen en ik ben heel dankbaar dat ik deze kans krijg. Het contact met andere levensloopbegeleiders is waardevol en ik heb het idee dat we veel van elkaar leren. Het werk is divers, ik ben de schakel tussen Nanny en de buitenwereld. Als begeleider sta ik dichtbij, kan ik snel ingrijpen en zie ik ook snel resultaat. Het zou fantastisch zijn als deze pilot aanslaat en landelijk geïmplementeerd wordt. Het is voor deelnemers zo belangrijk dat er altijd iemand is die je goed kent, die kan helpen.”
‘Ik ben de schakel tussen Nanny en de buitenwereld’
De pilot Levensloopbegeleiding onderzoekt wat goede begeleiding inhoudt, bijvoorbeeld dat deze levenslang is. Levenslang houdt daarbij in dat mensen met autisme zo lang als mogelijk dezelfde vertrouwde persoon hebben. Monique is geen psycholoog en dat hoeft ook niet. Ze kan namelijk wel als eerste klachten signaleren en Nanny doorverwijzen wanneer nodig. “Dat is bij Nanny nog niet nodig geweest, maar sommige levensloopbegeleiders hebben met veel verschillende hulpverleners te maken. Ze hebben dan bijna een coördinerende rol, terwijl ze altijd contact blijven houden met de deelnemer. Dat is het belangrijkste. Het is rustgevend als er altijd iemand is die ook weet wat er vijf jaar geleden allemaal gebeurd is, zodat deelnemers dat niet steeds weer opnieuw hoeven te vertellen.”
Grenzen bewaken
Nanny mag Monique altijd bellen, maar dat doet ze eigenlijk vrijwel nooit. “Als Nanny belt op een ander tijdstip dan afgesproken, weet ik dat er echt iets aan de hand is. Zo is Nanny. We kunnen het goed samen vinden, ze is een heel welbespraakt, humoristisch persoon, maar we weten ook dat we geen vriendschappelijke relatie hebben. Ik ben echt haar begeleider. Tijdens een training of intervisie hoor ik wel eens dat niet alle levensloopbegeleiders hier dezelfde ervaring mee hebben. Het is best een kunst om je eigen grenzen te bewaken en ervoor te zorgen dat je je niet verplicht voelt om 24u per dag beschikbaar te zijn. We zijn er voor de deelnemers en doen dit werk vanuit ons hart, maar hebben daarnaast ook ons eigen leven.”
De procesbegeleiders binnen de pilot spelen hierbij een belangrijke rol. Zij organiseren de trainingen en intervisies, waarbij levensloopbegeleiders per regio samenkomen om te werken aan vraagstukken uit de praktijk. Kennis en ervaringen worden in de groep gedeeld en de bijeenkomsten bieden een kans om elkaar te inspireren en ondersteunen. Zo staat de levensloopbegeleider er nooit alleen voor.
‘Het idee dat ze er altijd is, is al voldoende’
Voor Nanny is het ook duidelijk dat haar relatie met Monique niet vriendschappelijk is. “Ik vind het zo plezierig dat ze er altijd is. Dat is echt een luxe. Het betekent niet dat ik haar constant bel, maar het idee dat ze er is, is op de meeste momenten al voldoende. Het geeft me de rust die ik nodig heb. Monique is de beste begeleider die ik ooit heb gehad.”