Je kind uitleggen wat autisme is

Er zijn veel manieren om met je kinderen te praten over autisme. Wat je vertelt is afhankelijk van de leeftijd van je kinderen, maar ook van hun karakter én de manier waarop het autisme zich uit. 

Voor veel kinderen is het belangrijk te benadrukken dat 'autisme hebben' niet verkeerd is. Dat autisme mooie kanten heeft. En dat er hulp is bij de lastige dingen. 

Wat doen andere ouders?

Hieronder staan enkele voorbeelden van wat ouders hun kind vertellen:

  • 'Door je autisme heb je soms hele specifieke interesses waar je dan heel slim in bent.'
  • 'Jouw hoofd werkt anders. Anders is goed, maar soms wel lastig.'
  • 'Deze dingen kan jij heel goed, met deze dingen heb jij meer moeite dan andere kinderen, daar help ik je bij.'
  • 'Het is handig om aan te sluiten op wat het kind ervaart. Bijvoorbeeld over sociaal anders zijn, over anders denken, over sneller overprikkeld zijn, over moeilijk kunnen plannen, enzovoort.'
  • 'Aan mijn kleuter vertelde ik dat zijn hoofd een beetje anders werkt, net zoals bij die klasgenoot die een bril draagt. Dat hij daardoor soms dingen anders doet dan de meeste kinderen, maar anders is niet beter of slechter. Later vertelde ik dat hij anders denkt, en dat dit soms moeilijk is voor de anderen, dat hij en zij elkaar niet altijd begrijpen. Nog later vertelde ik dat hij autisme heeft, en dat dit wil zeggen dat hij anders denkt, anders met mensen omgaat, soms heel specifieke interesses heeft waar hij dan heel slim in is.'

In het rapport Een kind met autisme in het gezin: ervaringen van achter de voordeur staan nog veel meer waardevolle voorbeelden.

Uitleg over autisme aan broers en zussen

Uitleg geven over autisme aan broers en zussen heeft voor- en nadelen. Het ene kind zal daar beter mee om kunnen gaan dan het andere. 

  • Een voordeel kan zijn dat broers en zussen herkennen wat er aan de hand is en rekening kunnen houden met het autisme.
  • Een nadeel is dat broertjes en zusjes het gevoel kunnen krijgen dat alles om autisme draait en dat zij steeds moeten inschikken.

Sommige ouders kiezen ervoor om weinig te vertellen om het autisme minder ‘aanwezig’ te laten zijn. Een nadeel daarvan is dat broers en zussen vaak wel merken dat er iets is, maar niet goed weten wat. 

Voorbeelden van uitleg over autisme aan broers en zussen

  • 'Je broertje is een bijzonder kind, net als jij, maar dan weer anders. We trekken jullie broer niet voor, maar soms gelden er voor hem wel andere regels omdat dit voor hem nodig is. We houden van  jullie allemaal even veel.'
  • 'Ik gebruikte het woord autisme niet maar vertelde wel over bepaalde symptomen. Bijvoorbeeld dat hun broertje niet goed tegen veranderingen kan.'
  • 'De hersenen van je zusje werken anders, waardoor zij soms anders doet dan je zou verwachten. Sommige mensen en andere kinderen vinden dat raar, maar voor je zusje is dat helemaal niet raar.'
  • 'Je broer moet wat meer puzzelen om de gewone dingen te kunnen snappen.'

Wat helpt bij de uitleg over autisme?

Je kunt hulpmiddelen gebruiken, zoals boekjes over autisme. Lees zo'n boekje wel eerst zelf. Soms staan er dingen die voor jouw kind niet kloppen. Bijvoorbeeld dat veel kinderen met autisme gepest worden. Je kind kan dan gaan denken dat dat bij autisme hoort, en zich daar zorgen over maken. 

Creatieve ideeën zijn bijvoorbeeld samen een boekje of een (ganzenbord)spel maken met de uitleg erin, of samen een tekening maken over autisme.

Zie ook