Regulier of aangepast sporten voor je kind met autisme

Er zijn reguliere en aangepaste sportclubs. Een beetje vergelijkbaar met het reguliere en speciaal onderwijs.

Kiezen tussen regulier en aangepast sporten

  • Wat wil je kind zelf?
  • Waar voelt je kind zich het prettigst?
  • Waar leert hij het meest voor zijn latere leven? 
  • Hoe moeilijk of makkelijk gaat hij om met andere kinderen?

Deze afweging is wel een beetje vergelijkbaar met de keuze tussen regulier en speciaal onderwijs. Een verschil is je kind voor aangepast sporten geen indicatie nodig heeft. Je hoeft dus geen dik dossier mee te brengen voor wat extra hulp of een speciale groep. Dat maakt de keuze meer je eigen verantwoordelijkheid, en niet die van de professionals. 

Plan A: probeer eerst regulier

Regulier sporten heeft voordelen. Ook voor kinderen die speciaal onderwijs krijgen. Je woont immers ook niet in een auti-straat en bezoekt ook geen auti-supermarkt. Enkele voordelen van regulier sporten:

  • je kind kan leren van het gedrag van de andere kinderen;
  • je kind heeft meer uitdaging, zowel sociaal als sportief;
  • je kind wordt niet in (nog) een hokje geplaatst;
  • andere kinderen leren beter omgaan met verschillen;
  • je kind kan eventueel meedoen aan reguliere competitie.

"Kinderen met autisme die sporten in een reguliere club - dat is ook goed voor kinderen zónder autisme, omdat ze leren omgaan met verschillen."

De ene reguliere sport is de andere niet. Als regulier voetbal niet bevalt, is regulier volleybal of wielrennen misschien wél geschikt. Of regulier voetbal in een ander team. Want de klik met de trainer en de medespelers is een belangrijk onderdeel van het succes. En soms is er gewoon wat tijd nodig om te wennen - zowel voor je kind, als de trainer, als de medespelers. 

Plan B: speciaal binnen regulier

Sommige sportclubs hebben speciale teams. Bijvoorbeeld een team voor kinderen met alle soorten beperkingen, of verschillende teams voor kinderen met verstandelijke, lichamelijke of sociale beperkingen.

De G-teams zijn redelijk bekend. Daarin zitten vooral kinderen met een verstandelijke beperking. De nadruk ligt op spelplezier in plaats van competitie, wat heel goed werkt voor sommige kinderen met autisme.

Toch is competitie spelen zeker niet uitgesloten als je kiest voor een speciaal team. Op steeds meer plekken ontstaan speciale competities en toernooien. Hier kan je kind vanuit een veilige situatie leren omgaan met winnen en verliezen. Dat helpt ook in het dagelijks leven.

Belangrijk is de mogelijkheid om door te stromen naar een regulier team. Want de diagnose autisme betekent niet dat je voor de rest van je leven aangepast leeft. Daarom: regulier waar het past, apart waar het gewenst is. 

Plan C: voorbereidende sport

Voor sommige kinderen is sporten bij een club nog te vroeg. Bijvoorbeeld bij een motorische achterstand, moeite om instructies te volgen of moeite met samenwerken in een team. 

​Er zijn ook clubs waar kinderen kennis maken met sport- en spelactiviteiten. Het gaat om laagdrempelige activiteiten met veel individuele begeleiding. Deze clubs zijn meestal geen onderdeel van de gewone sportverenigingen, maar heten bijvoorbeeld 'Sport Extra'. 

Ook hierbij is het belangrijk om te kijken of je kind kan doorstromen. Vraag de begeleider welke sport hij voor jouw kind geschikt vindt. De coördinator kan ook contact leggen met een sportclub om je kind aan te melden voor een proeftraining.